Toreneindspelen (02)
Frank van Halem
Met twee voorbeelden willen we u uitnodigen zich eens te verdiepen in het tempo-duel. Ook hier weer de samenwerking van toren(s) en pion(nen). Ga er eens rustig voor zitten, neem er een bord bij en zet de stelling op. Denk in dit soort situaties vooral niet: dat kan ik zo zonder bord wel even doen!
Het blijven vaak lastige puzzels, maar de troost is dat ze altijd logisch zijn. Veel plezier met de volgende stellingen en de uitleg daarvan.
Toren-eindspelen zijn altijd boeiend. Eerst nog maar eens de factoren op een rijtje die een rol spelen in wat wel het “tempo-duel” tussen koning en toren wordt genoemd:
a. Een toren die het promoveren van een vergevorderde vijandelijke pion moet verhinderen, staat slecht op de vertikaal náást de lijn waarop de pion staat.
b. Bevindt een toren zich toch op die lijn, dan resten hem slechts “stoor-schaaks”.
c. De koning kan die schaakjes ontlopen door naar de toren toe te gaan, maar:
Hij moet daarbij voortdurend rekening houden met de mogelijkheid van een toren-schaak op de promotielijn, “achterom” bijvoorbeeld.
Hierop aansluitend de beide onderstaande stellingen. In beide gevallen is er sprake van zo’n “tempo-duel” tussen koning en toren, maar het resultaat is totaal verschillend.
Hieronder de stelling die drs. Th.C.L. Kok zijn lezers in het Deventer Dagblad in 1936 voorschotelde:
Met 3 pionnen meer moet wit
(aan zet) toch gemakkelijk kunnen winnen? Hoewel….pion h3 gaat direct verloren –
met schaak nog wel – en die op c7 zal dan (nadat zwart Th7 speelt) ook niet te
houden zijn. Er zal dan, zo lijkt het, een eindspel koning+pion tegen koning
alleen overblijven. En dan komt het aan op tempo en oppositie…! Met de koning
al voor zijn pion ziet dat perspectief er voor wit gunstig uit, nietwaar? Pas
op! Zwart zal niet vrijwillig c7 nemen met zijn toren, maar Kb7 spelen. Het
eindspel koning+toren+pion tegen koning+toren is dan remise, omdat zwart vanaf
de h-lijn schaak blijft geven, of - b.v. na opmars van de pion - vanaf de
onderste rij.
Dat wit tòch kan winnen, door gebruik te maken van alle ‘toevalligheden’ in de
stelling, is bijzonder instructief: met de zet 1. Td8 wordt de zaak op
scherp gezet. Zwart moet nu direct op h3 slaan (anders behoudt wit met 2 Td3
twee pionnen meer), maar zwart wordt na 1……, Txh3 verrast door 2. Td3!
Met dit “magneet-offer” trekt wit de zwarte toren naar de voor hem
slechte d-lijn: 2….., Txd3†
en dan kan zwart na 3. Kc2 promotie van de c-pion niet meer verhinderen.
(3…, Kxc7, 4 Kxd3 is kansloos). Maar zwart ziet nog een kans: hij speelt 3….,
Td6! Die toren gaat juist naar d6 - en niet naar d5 of d7 – omdat het
resterende pion-eindspel alleen remise te houden is, als de zwarte koning
“ver-oppositie” kan bereiken. Op Td6 komt dus: 4. c8D?, Tc6†, 5. Dxc6, Kxc6.
Helaas voor zwart heeft wit
een afdoend antwoord: c8P†!! Gaat U maar na, waarom zwart nu het pion-eindspel
verliest.
Het tempo-duel in de volgende stelling is (veel) moeilijker.
Wit (aan zet) kan met zijn toren beide vergevorderde zwarte pionnen niet tegenhouden. Maar door een voortreffelijke samenwerking tussen koning en toren gelukt het wit toch om zich staande te houden.
Na 1. Tf1, c3 2. Th1†! moet zwart trachten aan de schaakjes te ontkomen. Het beste is 2….., Kg6 met als vervolg: 3. Tg1†, Kh5 4. Kf5 (!), Kh4, 5. Kf4, Kh3 6. Ke3! Op tijd?! De vraag is alleen, of de witte toren zich na 6…, Kh2 op de onderste rij kan handhaven. Hij heeft slechts de velden a1 en f1 (Td1? c2! Is verloren). Na enig studeren komen we op 7. Tf1!, Kg2 8. Ta1, wat remise door herhaling van zetten oplevert!
Zwart kan nog proberen wit met 8….., Kg3 op het verkeerde been te zetten, maar wit vermijdt dan de keus en speelt 9. Tg1†! “corresponderende velden” f1-a1 t.o.v. h2-g2! Een schoonheidsprijs waard!
(23 maart 1987), J.H. Marwitz.
Ook nu hoop ik weer dat u aan dit toreneindspel en de wijze waarop er mee om gegaan wordt of kan worden, veel plezier beleeft.
Bestudeer ze goed, het zijn situaties die u in de één of andere vorm aan het eind van een (vermoeiende?) avond zomaar op het bord kunt krijgen!
Over een poosje hoop ik weer op de proppen te komen met een toreneindspel.,
Frank van Halem, 19 september 2020