Toreneindspelen (01)
Frank van Halem
In de laatste
aflevering van de serie 'Strategie en Taktiek' heb ik u een serie van 6
afleveringen beloofd met het thema 'Toreneindspelen'. En daar zitten wel een
paar hersenkrakertjes bij. Soms lijkt het onmogelijke toch nog mogelijk.
Ga achter het bord zitten en kijk, probeer, geniet en verwonder u!
We laten, zoals steeds, onze leermeester, dhr. Marwitz, weer aan het woord:
Toreneindspelen zijn bijna altijd lastig. Op onverwachte momenten kunnen de kansen keren, bereikt voordeel kan plotseling in rook opgaan. Daarom mag de aandacht, de concentratie, geen moment verslappen. En vooral voor toreneindspelen geldt dat bekendheid met bepaalde situaties in hoge mate beslissend kan zijn!
Als we
nevenstaande stelling (van J. Gunst uit “Suomen Shakki, 1946) bekijken valt op:
1. De witte toren staat voor de vrijpion. Dat is niet goed, maar Zwart moet wel zien te voorkomen dat die toren met scháák weg kan en de promotie van de a-pion volgt.
2. De zwarte toren kan daarom veld h7 alleen met schaak verlaten, anders speelt wit Th8†. Maar dat schaak geven zou wit in de kaart spelen, immers….:
3. Wit kan alleen met zijn koning zetten, zijn toren moet pion a7 blijven dekken. De koning zal het dus moeten doen. Wel, die gaat op weg naar de zwarte toren, die natuurlijk niet met schaakjes die koning naar zich toe lokt.
4. Merk nog op, dat de witte koning wel naar b6 zou kunnen, om de dekking van de a-pion van de toren over te nemen, maar dan geeft de zwarte toren schaakjes op de h-lijn! Daarom dus moet de witte koning de zwarte toren gaan aanvallen.
5.
De zwarte koning moet op de h-lijn blijven (Kg2? Dan Tg8†
en a8D). Maar het ziet er naar uit dat, ondanks die zetbeperking, zwart de aanval
van de witte koning op zijn toren kan pareren door met zijn K naar h5 te gaan.
We zullen zien!
Wit mag beginnen.
Het spelverloop lijkt nu duidelijk: 1. Kc2, Kh2 2. Kd3, Kh3 3. Ke4, Kh4 en dan is na 4. Kf5, Kh5 de witte aanval op Th7 afgeslagen. Maar… Zwarts koning staat aan de rand: In T-eindspelen een gevaarlijke positie! Als wit nu zijn toren speelt, kan zwart immers niet op a7 slaan wegens Th8† en MAT!?
Pas op!! De redenering is wel juist, maar alleen wanneer wit 5. Tf8! speelt. Na elke andere toren-zet neemt zwart namelijk niet direct op a7, maar geeft eerst een 'stoor-schaak' op f7, heft daarmee de matdreiging op en slaat vervolgens op a7! Met de witte toren op f8 kan dat niet. Wit wint dan gemakkelijk.
U ziet: tot het laatst toe is het oppassen.
In de volgende
stelling (van Y.M.
Makletsov, Rusland, Vecherny Noyosibirsk, 1982) liggen de zaken schijnbaar
totaal anders.
Wit is aan zet en kan met 1. Tg3 direct al bewijzen
dat een toren àchter een vrijpion goed staat. Zou U met zwart nu hebben
opgegeven omdat wit 'duidelijk gewonnen' staat? Of had U óók 1……, Kh4
gespeeld?! Daarmee verovert zwart de witte loper, want 2. g6, Kxg3 3. g7, leidt
niet tot promotie. Weliswaar kan 3…., Tc8 niet, maar door 3…, Tb4†
en 4…., Tb8 gelukt het zwart de pion te stoppen (na 5. Le6, en 6. g8D, Txg8 is
het remise).
Wit moet dus zijn toren spelen: 2. Tg1, waarna zwart met
Kxh3 een remisekans heeft gecreëerd. Na 3. g6, Tc8 4. g7, Tg8 is er
een stelling ontstaan die merkwaardig veel overeenkomst heeft met de stelling
van J. Gunst, hiervoor: de beide koningen haasten zich naar de g-pion. In die
race ligt zwart een tempo voor, dus….!? Na 5. Kc2, Kh4 6. Kd3, Kh5 7. Ke4,
Kh6 gaat wit zijn pion verliezen. De zet 8. Kf5 komt schijnbaar te
laat: met 8….., Txg7 brengt zwart remise-materiaal op het bord. Maar
tegelijkertijd blokkeert de zwarte toren daardoor veld g7 en dat wordt zijn
koning noodlottig: 9.Th1 is MAT!
Een bijzonder fraai slot na een instructief spelverloop.
(24 februari 1987), J.H. Marwitz.
Tot zover de heer Marwitz. Zoals u al uit deze voorbeelden ziet is het bij toreneindspelen oppassen geblazen.
Raakt u er in verzeild, ga er dan maar eens goed voor zitten. De misgreep en de sublieme vondst, ze zitten allemaal verscholen in de kleine hoekjes. Aan u de eer het juiste idee te zien en goed uit te voeren.
Tot een volgende keer!
Frank van Halem, 20 juli 2020.