Oplossingen

 

Oplossing stelling A

1.f4, Kb4,  2.h4. d5  3.f5, Kc5  4.h5, d4  5.f6, Kd6  6.h6, d3  7.f7, Ke7  8.h7, d2  9.f8D (!), Kxf8  10.h8D† en wint.

 

Oplossing stelling B

1.Pd4, Kd6, 2.Pb3, a4  3.Pa1!!, Kc5, 4.Kg7, Kb4  5. Kf6, a3  6.Pc2!, en wint!

 

Oplossing stelling C

1.Kf5!  (“Oppositie” bepaalt de uitslag: 1. Kf6?, Kb6!!!) 1….., Kb6  2.Kf6!, Kb7  3.Kf7, Kb8  4. Ke6, Kc7  5. Ke7, Kc6  6. Kd8, Kd6  7.Kc8, Kc6  8.Kb8, Kb6  9.Ka8! en wint (Zwart heeft pion a6….te véél!).

 

Oplossing stelling D

1.c7, Pb7  2.c8Toren!! (2.c8Dame?? PAT!), Pxa5  3.Tc5, Pb7  4. Tc6 MAT!

“Elke soldaat heeft de maarschalkstaf in zijn  ransel!”.

 

N.B.

Bij stelling A:

De witte f-pion werkt als een ‘magneet’: door de dreiging met schaak te promoveren trekt hij de zwarte koning naar f8!

 

Bij stelling B:

Het witte paard kan de pion slechts vanuit a1 goed verdedigen.

 

Bij stelling C:

In deze stelling kan zwart, door de aanwezigheid van pion a6!, de ‘oppositie’ niet volhouden, waardoor de witte koning de zwarte pion kan veroveren.